Wie niet precies volgens de regels de btw-aangifte doet, kan rekenen op een flinke boete.

Elke ondernemer weet dat je betaalde btw moet verrekenen met btw die je in rekening brengt aan klanten. Maar wat te doen als een klant niet betaalt? Moet je dan btw afdragen terwijl je zeker weet dat de rekening toch nooit betaald gaat worden?

De wet schrijft voor dat je dat inderdaad moet doen: de btw afdragen alsof er niets aan de hand is. Vervolgens kun je de btw terugvragen, maar dat moet volgens een aparte procedure.

Terugvragen btw

Dat was niet wat een ondernemer had gedaan over wiens zaak de rechtbank Noord-Nederland zich onlangs uitsprak. Hij had namelijk de niet-betaalde en oninbaar geachte rekeningen teruggeboekt – gecrediteerd  – en daarmee ook de btw eigenhandig verrekend. Het saldo af te dragen btw van deze dubieuze vorderingen kwam zo op nul uit.

De Belastingdient sprak van een ‘opzettelijk onjuiste aangifte’ en eiste alsnog de niet-afgedragen, maar wel gefactureerde, btw met een waarde van 320.000 euro op. Daar bovenop legde zij een zogeheten vergrijpboete op, wegens onjuiste aangifte en een onjuiste bedrijfsadministratie. Omdat de ondernemer het daar niet mee eens was, kwam het tot een rechtszaak.

Oninbare vorderingen

Onder meer de wijze waarop de facturen werden gecrediteerd wekte de toorn van de fiscus. De gecrediteerde rekeningen werden namelijk geboekt op dezelfde datum als de verzonden facturen. Dat maakte het makkelijk om het zaakje in dezelfde aangifteperiode tegen elkaar weg te strepen. Maar in werkelijkheid kan een oninbare vordering natuurlijk nooit op dezelfde dag oninbaar zijn geworden als de factuurdatum. Er was dan ook sprake van opzettelijk antedateren, een zwaar vergrijp.

Wat het extra laakbaar maakte, aldus de fiscus, was dat relatief veel facturen op deze wijze werden gecrediteerd. De Belastingdienst vermoedt dat de ondernemer geen enkele moeite had gedaan om zijn niet-betaalde vorderingen alsnog te innen. Uit onderzoek van de Belastingdienst bleek dat de meeste niet-betalende debiteuren niet eens een creditnota hadden ontvangen.

De rechtbank is het met de Belastingdienst eens: er is willens en wetens onjuist aangifte gedaan en zowel de naheffing als de boete zijn volkomen terecht.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl